Ed Hupkens, 9 juli 2008
Tijdens een verbouwing van het pand waar Shoarma en Grillrestaurant Cairo in is gevestigd was er gelegenheid om een eerder uitgevoerd onderzoek aan te vullen. De huizen in het keine bouwblok nabij de Sint Jan waren al in de jaren 1978 en 1987-1991 uitvoerig onderzocht. De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in "Bouwen en wonen in de schaduw van de Sint Jan". Achter de gepleisterde voorgevel gaat een huis schuil met een nog kenmerkende indeling met een voor- met vast achterhuis dat tot stand is gekomen in de 15de en 16de eeuw. Het achterhuis is omstreeks 1420 opgetrokken met toen nog een onbebouwd voorerf aan de straat. In het midden van de 16de eeuw werd ook dit voorerf bebouwd en het achterhuis gemoderniseerd. De bebouwingsgeschiedenis op het perceel gaat echter veel verder terug; tijdens het bouwhistorisch onderzoek zijn restanten aangetroffen van muurwerk uit de 13de en 14de eeuw. De oorspong van de bebouwing ligt in een dertiende-eeuws dwarshuis waarvan de voorgevel circa negen meter achter de huidige rooilijn is gelegen. Het pand zoals we dat nu nog herkennen bestaat uit een deels onderkelderde begane grond, verdieping en zolder met achter het huis een klein achterterrein. De kelder onder het achterhuis heeft een tongewelf en is smaller dan het pand. Aan de rechterzijde van het pand is de gang gelegen die uitkomt op het achterterrein. De balklagen in het huis bestaan uit eiken moer- en kinderbinten uit de 16de eeuw. In het voorhuis heeft de balklaag een omvang van vier en in het achterhuis van twee balkvakken. De balklaag in het achterhuis is rijk beschilderd met een sjabloonschildering (circa 1570). Onder de moerbalk zitten consoles die gedateerd zijn (1568). De consoles bezitten aan de zijkanten rolwerk en aan de onderzijde een acanthusblad. In het achterste gedeelte van het voorhuis zijn restanten aangetroffen van een binnenpui. Achter deze pui zat een stucplafond uit de vroege 19de eeuw met tegen de linker zijmuur een rookkanaal. In het voorste gedeelte van het huis is omstreeks 1920 een stucplafond aangebracht met "art-deco" stijlkenmerken. De linker zijmuur bestaat deels uit zeer grote bakstenen, zogenaamde kloostermoppen, en stamt uit de vroege 13de eeuw. In deze muur is een bouwnaad aangetroffen die duid op twee tegen elkaar aan gebouwde bouwdelen. Het muurgedeelte aan de straatzijde, behoort bij nummer 87. Tegen dit gedeelte is het achterhuis van het linker buurpand gebouwd. Het muurwerk op de perceelafscheidingen stamt grotendeels uit de 19de eeuw met uitzondering van de muur aan de linkerzijde vanaf de achtergevel. Deze muur bestaat uit twee delen te weten: het gedeelte tegen de achtergevel is opgetrokken uit secundair gebruikte stenen en gaat over in een gedeelte uit de 15de of 16de eeuw. In deze muur is een restant van een later aangebracht eiken kozijntje aangetroffen.
Afbeeldingen:
|
BeschrijvingAlgemeen:Het huidige gebouw heeft haar oorsprong als een dertiende-eeuws dwarshuis waarvan de voorgevel circa negen meter achter de huidige rooilijn is gelegen. Omstreeks 1400 wordt het dwarshuis verbouwd tot een langshuis dat drie balkvlakken diep is. Rond het jaar 1465 wordt het gebouw voorwaards twee balkvlakken uitgebreid. Omstreeks 1526 vindt een vernieuwing en uitbreiding tot aan de rooilijn plaats. In de negentiende eeuw wordt het pand gemoderniseerd. Bij een recente verbouwing zijn bijna alle historische houtconstructies, interieurafwerkingen verdwenen. De achtergevel is geheel vernieuwd. Het pand aan de zuidzijde van de Hinthamerstraat heeft een rechthoekige grondslag en omvat een kelder, begane grond, eerste verdieping en een zolder onder een met pannen gedekt schilddak. Het pand is gelegen in de schaduw van de Sint Jan, binnen de tweede stadsommuring.Voorgevel:De bepleisterde voorgevel bevat nog muurwerk uit 1526 en is in de vroege negentiende eeuw gemoderniseerd en verhoogd tot een lijstgevel. De houten pui met een kroonlijst op consoles is vermoedelijk in 1988 vernieuwd met gebruikmaking van negentiende-eeuwse deuren. Op de eerste verdieping bevinden zich boven een doorlopende cordonlijst drie vensteropeningen met een zware stucwerk omlijsting waarin een kuif is opgenomen. De stolpramen hebben een tweeruits bovenlicht met afgeronde bovenhoeken. De gevel is afgesloten met een lijst voorzien van een geprofileerde bakgoot. Het dakschild heeft een eenvoudige dakkapel (XXd) met een tweeruits stolpraam.Linkerzijmuur:De linkerzijmuur bevat restanten muurwerk uit iedere (ver)bouwperiode. Het rechterdeel van de muur bestaat uit een steens binnenschil uit omstreeks 1400 die voor een deel oorspronkelijk dertiende-eeuws muurwerk is geplaatst. De schil bevat spaarbogen en één of meerdere kaarsnissen. Het linkerdeel van de muur is in twee fasen, in c.1465 en c.1526, gerealiseerd.Rechterzijgevel:De rechterzijmuur bevat restanten muurwerk uit de dertiende (het linkerdeel) en veertiende-eeuw. | 1 |
Achtergevel:De achtergevel is vanaf de openbare weg niet zichtbaar. Uit de archieven is af te leiden dat deze gevel in 1988 geheel of gedeeltelijk is vernieuwd.Interieur:Alle vijftiende- en zestiende-eeuwse interieurafwerkingen zijn tijdens de verbouwing in 1988 rigoureus verwijderd.Redengevende omschrijvingHet pand heeft monumentale waarde vanwege de voorgevel, de zijmuren, de bouwmassa en vanwege het ensemble. Het pand heeft bouw- en kunsthistorische waarde vanwege de structuurbepalende kelder en de zeldzame bouwtechniek. Het pand heeft cultuurhistorische betekenis, heeft een belangrijke opdrachtgever of bouwheer en is karakteristiek voor de geschiedenis van het bouwen in de binnenstad van ‘s-Hertogenbosch. | 2 |
1988 |
RedactieHinthamerstraat 85-87Bouwhistorie 's-Hertogenbosch. Jaarverslag '88 (1988) 13 |
1865 | H.A. van Ginneken (zadelmaker) - W. Migchielsen (winkelierster in manufacturen) |
1875 | jonkh. W.P. Barnaart (kapitein 3e regement vesting-artillerie) - A.F. Eijsinck (mr. meubelmaker) |
1881 | wed. A.F. Eijsink (winkelierster in sigar.) |
1908 | Gez. Glaudemans (modisten) - J.C.G. Glaudemans (koperslager) - wed. P. Glaudemans |
1910 | Gez. Glaudemans (modisten) |
1910 | Gez. Glaudemans (modisten) |
1923 | Gerrit Floris (koopman in suikerwerken) |
1928 | G. Floris |
1943 | A.F. Paijmans (los arbeider) - H.J. Paijmans (leerbewerker) |